2 Koningen 19:10

SVZo zult gij spreken tot Hizkia, den koning van Juda, zeggende: Laat u uw God niet bedriegen, op welken gij vertrouwt, zeggende: Jeruzalem zal in de hand des konings van Assyrie niet gegeven worden.
WLCכֹּ֣ה תֹאמְר֗וּן אֶל־חִזְקִיָּ֤הוּ מֶֽלֶךְ־יְהוּדָה֙ לֵאמֹ֔ר אַל־יַשִּׁאֲךָ֣ אֱלֹהֶ֔יךָ אֲשֶׁ֥ר אַתָּ֛ה בֹּטֵ֥חַ בֹּ֖ו לֵאמֹ֑ר לֹ֤א תִנָּתֵן֙ יְר֣וּשָׁלִַ֔ם בְּיַ֖ד מֶ֥לֶךְ אַשּֽׁוּר׃
Trans.kō tōʾmĕrûn ʾel-ḥizqiyyāhû melek-yĕhûdāh lēʾmōr ʾal-yaššiʾăkā ʾĕlōhêkā ʾăšer ʾattâ bōṭēaḥ bōw lēʾmōr lōʾ tinnātēn yĕrûšālaim bĕyad melek ʾaššûr

Algemeen

Zie ook: Assyrie, Hand (lichaamsdeel), Hizkia (koning v. Juda), Jeruzalem, Juda (koninkrijk), koningen van Juda

Aantekeningen

Zo zult gij spreken tot Hizkia, den koning van Juda, zeggende: Laat u uw God niet bedriegen, op welken gij vertrouwt, zeggende: Jeruzalem zal in de hand des konings van Assyrie niet gegeven worden.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

כֹּ֣ה

Zo

תֹאמְר֗וּן

zult gij spreken

אֶל־

tot

חִזְקִיָּ֤הוּ

Hizkía

מֶֽלֶךְ־

den koning

יְהוּדָה֙

van Juda

לֵ

-

אמֹ֔ר

zeggende

אַל־

niet

יַשִּׁאֲךָ֣

bedriegen

אֱלֹהֶ֔יךָ

Laat uw God

אֲשֶׁ֥ר

op welken

אַתָּ֛ה

gij

בֹּטֵ֥חַ

vertrouwt

בּ֖וֹ

-

לֵ

-

אמֹ֑ר

zeggende

לֹ֤א

niet

תִנָּתֵן֙

gegeven worden

יְר֣וּשָׁלִַ֔ם

Jeruzalem

בְּ

-

יַ֖ד

zal in de hand

מֶ֥לֶךְ

des konings

אַשּֽׁוּר

van Assyrië


Zo zult gij spreken tot Hizkia, den koning van Juda, zeggende: Laat u uw God niet bedriegen, op welken gij vertrouwt, zeggende: Jeruzalem zal in de hand des konings van Assyrie niet gegeven worden.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!